Een tabel toevoegen

Gebruik tabellen om gegevens of informatie zo te presenteren dat u deze snel kunt bekijken en vergelijken. In iBooks Author kunt u tabellen toevoegen en opmaken met zo veel rijen en kolommen als u nodig hebt.

Een nieuwe tabel aanmaken

  1. Klik op 'Tabel' in de knoppenbalk of kies 'Voeg in' > 'Tabel'.

  2. Als u de grootte van de tabel wilt aanpassen, sleept u een van de selectiegrepen.

    • De tabelverhoudingen handhaven: Houd de Shift-toets ingedrukt tijdens het slepen.

    • De grootte van de tabel vanuit het midden wijzigen: Houd de Option-toets ingedrukt tijdens het slepen.

  3. Om rijen of kolommen toe te voegen, voert u een of meer van de volgende handelingen uit:

    • Het aantal rijen of kolommen opgeven: Typ de gewenste aantallen in het infovenster 'Tabel' of de opmaakbalk.

    • Een rij of kolom toevoegen aan een bepaald gedeelte van de tabel: Selecteer een cel en kies 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Voeg optie links toe' of 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Voeg optie rechts toe'.

    • Een rij aan het einde van de tabel toevoegen: Druk op de Tab-toets als de laatste cel in de tabel (vóór eventuele voettekstrijen) is geselecteerd.

  4. Om koptekst- of voettekstrijen of koptekstkolommen toe te voegen, voert u een van de volgende handelingen uit:

    • Kies 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Koptekstrijen'  > aantal of 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Koptekstkolommen' > aantal.

    • Kies in het infovenster 'Tabel' het aantal koptekst- of voettekstrijen of koptekstkolommen uit het venstermenu's 'Kop-/voetteksten'.

U kunt ook een tabel toevoegen door een tabel te kopiëren in een Pages '09-document of een Numbers '09-spreadsheet en deze in het boek te plakken. Verborgen rijen of kolommen en opmerkingen in cellen van Numbers worden niet naar iBooks Author gekopieerd.

Inhoud aan tabelcellen toevoegen en de inhoud van tabelcellen bewerken

Voer een of meer van de volgende handelingen uit:

  • Tekst toevoegen aan een cel of de volledige inhoud van een cel vervangen: Selecteer een cel en begin te typen.

    Als het aankruisvak 'Naar volgende cel met Return-toets' in het infovenster 'Tabel' is uitgeschakeld, kunt u ook de cel selecteren en vervolgens op de Return- of Enter-toets drukken. Hiermee selecteert u de volledige inhoud van de cel. Vervolgens kunt u beginnen met typen.

    Opmerking: Wanneer u tekst typt in een cel, verschijnt er tekst die u mogelijk kunt gebruiken om de inhoud van de cel aan te vullen. Deze voorgestelde tekst wordt gebaseerd op vergelijkbare tekst in de tabel. U kunt de voorgestelde tekst gebruiken of gewoon verder typen. Om automatische suggesties uit te schakelen, kiest u 'iBooks Author' > 'Voorkeuren', klikt u op 'Algemeen' en schakelt u 'Toon lijst voor automatische voltooiing in tabelkolommen' uit.

  • Het invoegpunt in een cel plaatsen: Klik eenmaal om de tabel te selecteren, klik een tweede keer om de cel te selecteren en klik een derde keer om het invoegpunt in de cel te plaatsen.

    Als het invoegpunt in de cel staat, hebt u de volgende mogelijkheden:

    • Een alinea-einde toevoegen: Druk op de Return-toets.

    • Een regeleinde toevoegen: Druk op Option + Return.

    • Een tab invoegen: Druk op Option + Tab.

  • De inhoud van de cel vervangen: Klik dubbel op de celinhoud die u wilt vervangen. Houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer meer inhoud als u meer inhoud wilt vervangen. Typ vervolgens de gewenste inhoud. De bestaande inhoud wordt daarbij vervangen.

  • Wijzigingen in een tabelcel ongedaan maken die u na het selecteren van de cel hebt aangebracht: Druk op de Esc-toets (Escape).

  • De inhoud van cellen, rijen of kolommen verwijderen: Selecteer de cellen, rijen of kolommen en druk op de Delete-toets.

  • De inhoud, achtergrondkleur en stijlinstellingen van de cel verwijderen: Kies 'Wijzig' > 'Wis alles'. De standaardstijl wordt op de selectie toegepast.

  • Cellen verplaatsen binnen dezelfde tabel of naar een andere tabel: Selecteer een cel of een aantal aangrenzende cellen en sleep de selectie totdat er doelcellen zijn geselecteerd. De waarden in de doelcellen worden vervangen en de waarden op de oorspronkelijke locatie worden verwijderd.

  • Cellen binnen een tabel, naar een andere tabel of naar een pagina kopiëren: Houd de Option-toets ingedrukt terwijl u de geselecteerde cellen sleept. De waarden in de doelcellen worden vervangen en de waarden in de broncellen blijven behouden.

Tabelcellen automatisch vullen

U kunt een of meer cellen automatisch vullen op basis van de inhoud van een aangrenzende cel.

Voer een of meer van de volgende handelingen uit:

  • De inhoud en vulkleur van een cel plakken in aangrenzende cellen: Selecteer de cel en sleep de vulgreep (het kleine cirkeltje in de rechterbenedenhoek van de cel) over de cellen waarnaar u de inhoud en kleur wilt kopiëren.

    De gegevens, celnotaties, formules of vulkleuren van de geselecteerde cel worden naar de andere cellen gekopieerd. Als de doelcel gegevens bevat, worden deze gegevens overschreven met de waarden die u plakt.

  • De inhoud en vulkleur van een cel plakken in een of meer cellen in dezelfde rij of kolom: Selecteer twee of meer aangrenzende cellen, kies 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Vul' en kies een optie uit het submenu:

    • Vul rechts: Hiermee kent u de waarde uit de meest linkse geselecteerde cel toe aan de overige geselecteerde cellen.

    • Vul links: Hiermee kent u de waarde uit de meest rechtse geselecteerde cel toe aan de overige geselecteerde cellen.

    • Vul omhoog: Hiermee kent u de waarde uit de onderste geselecteerde cel toe aan de overige geselecteerde cellen.

    • Vul omlaag: Hiermee kent u de waarde uit de bovenste geselecteerde cel toe aan de overige geselecteerde cellen.

  • Een patroon voortzetten in andere cellen (als een cel bijvoorbeeld een dag van de week bevat): Selecteer de cel en sleep naar rechts of omlaag.

    Om een numeriek patroon voort te zetten, selecteert u twee of meer cellen voordat u gaat slepen. Als u bijvoorbeeld twee cellen met de waarden '1' en '2' selecteert, worden in de twee aangrenzende cellen de waarden '3' en '4' ingevoegd wanneer u de greep over deze cellen sleept. Als u cellen met de waarden '1' en '4' selecteert, worden de waarden '7' en '10' toegevoegd (waarden worden met 3 opgehoogd).

Randen van tabelcellen selecteren en verplaatsen

U kunt tabel- of celranden selecteren om de weergave ervan te wijzigen of om ze binnen de tabel te verplaatsen. U kunt de gehele tabelrand of afzonderlijke segmenten van celranden selecteren. Het is ook mogelijk meerdere randsegmenten te selecteren, om eenvoudig de weergave van verschillende randsegmenten tegelijkertijd te wijzigen.

Voer een of meer van de volgende handelingen uit:

  • Een rand selecteren: Selecteer de tabel en klik op de rand.

  • Specifieke randen voor verschillende cellen selecteren: Selecteer de tabel, rij, kolom of cellen en klik in het infovenster 'Tabel' op een knop voor celranden.

  • Een randsegment selecteren: Selecteer de tabel en klik dubbel op het segment. Als de tabel niet is geselecteerd, klikt u drie keer op een segment. Om nog meer segmenten te selecteren (of te deselecteren), drukt u op de Shift- of Command-toets terwijl u klikt.

  • Een randsegment verplaatsen: Selecteer het segment en sleep het naar de gewenste positie.