Tabelgegevens berekenen en sorteren

U kunt tabellen niet alleen gebruiken om gegevens weer te geven, maar ook om gegevens te verwerken. U kunt bijvoorbeeld een tabel aanmaken voor het optellen en vermenigvuldigen van kolommen met getallen of om resultaten te berekenen aan de hand van functies en formules.

U kunt ook instellen dat de notatie van tabelcellen automatisch wordt aangepast wanneer de waarden in de cellen overeenkomen met een door u opgegeven waarde.

Celwaarden berekenen

U kunt cellen definiëren waarmee u getallen automatisch kunt optellen, vermenigvuldigen of op andere manieren kunt verwerken.

  1. Selecteer de tabelcel waarin u het resultaat wilt weergeven en kies 'Voeg in' > 'Functie' > 'Toon functiekiezer'.

    Alle beschikbare functies worden weergegeven in de functiekiezer.

    Klik boven aan het venster op 'Recent' om een functie te kiezen die u onlangs hebt gebruikt.

  2. Selecteer een functie in de rechterkolom.

    Om alleen bepaalde opties weer te geven, selecteert u een categorie in de linkerkolom.

  3. Vervang in de formule-editor elke plaatsaanduiding voor een argument in de functie door een cel of cellenbereik en waarden.

    De volgende formule bevat bijvoorbeeld de functie SOM met één argument (een cellenbereik) waarmee de waarden in de rijen 2 tot en met 10 van kolom A worden opgeteld:

    =SOM(A2:A10)

  4. Om het bereik van cellen aan te passen dat in de berekening wordt opgenomen, sleept u de selectiegrepen van de cel.

  5. Als u klaar bent, klikt u op de knop 'Accepteer' (de knop met het vinkje) in de formule-editor.

    Als u op de knop 'Annuleer' (de knop met een X) klikt in de formule-editor, verlaat u de geselecteerde cel zonder de formule toe te passen.

Zie de helpinformatie over formules en functies voor meer informatie.

Waarden van tabelcellen sorteren

U kunt de waarden van bepaalde of alle cellen in een kolom in oplopende of aflopende volgorde sorteren. Koptekstcellen worden echter niet gesorteerd.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • De volgorde van alle cellen in een kolom wijzigen: Selecteer een cel in de kolom.

    • De volgorde van bepaalde cellen wijzigen: Selecteer de cellen.

  2. Als het infovenster 'Tabel' niet geopend is, opent u het venster en klikt u op 'Tabel'.

  3. Kies 'Sorteer oplopend' of 'Sorteer aflopend' uit het venstermenu 'Wijzig rijen en kolommen'.

Regels voor voorwaardelijke opmaak instellen

Bij gebruik van voorwaardelijke opmaak worden cellen anders weergegeven wanneer zij een testwaarde bevatten. Een testwaarde kan een waarde zijn die u opgeeft of een waarde die overeenkomt met een andere waarde in een bepaalde tabelcel.

Om voorwaardelijke opmaak toe te kennen, selecteert u een of meer cellen en definieert u een of meer regels. In de regels legt u vast welke visuele effecten op de cellen moeten worden toegepast als ze de testwaarde bevatten.

Wanneer u een regel aan meerdere cellen toekent, wordt de voorwaardelijke opmaak toegepast als minimaal één van de cellen de testwaarde bevat.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Dezelfde regels op een tabel als geheel toepassen: Selecteer de tabel.

    • Regels op specifieke cellen toepassen: Selecteer de cellen.

  2. Klik in het infovenster 'Tabel' eerst op 'Opmaak' en vervolgens op 'Toon regels'.

  3. Kies in het venster 'Voorwaardelijke opmaak' een optie uit het venstermenu.

  4. Om een testwaarde op te geven, voert u een van de volgende handelingen uit:

    • Een getal of tekst opgeven: Typ het getal of de tekst in het veld met de testwaarde naast het venstermenu.

    • De waarde in een bestaande tabelcel gebruiken: Klik op het blauwe symbool rechts in het waardeveld en klik vervolgens op de tabelcel met de testwaarde die u wilt gebruiken.

    Als u als logische regel 'Tussen' of 'Niet tussen' kiest, moet u twee cellocaties opgeven.

  5. Om de opmaak op te geven voor de cellen die de testwaarde bevatten, klikt u op 'Wijzig', gebruikt u de stijlknoppen en klikt u op 'Gereed'.

    In het voorbeeldvak wordt het effect van uw selecties weergegeven.

  6. Om nog een regel toe te voegen, klikt u op de knop met het plusteken en herhaalt u stap 3 t/m 5.

  7. Als u een regel wilt wijzigen, voert u een van de volgende handelingen uit:

    • Een testwaarde verwijderen die naar een tabelcel verwijst: Selecteer een celverwijzing in het veld met de testwaarde en druk op de Delete-toets.

    • Een celverwijzing vervangen door een andere celverwijzing: Selecteer de celverwijzing in het veld met de testwaarde en klik op de tabelcel met de waarde die u wilt gebruiken.

    • Een celverwijzing gebruiken in plaats van een testwaarde die uit tekst bestaat: Selecteer de tekst in het veld met de testwaarde, klik op het kleine blauwe symbool en klik op een tabelcel.

    Tip: Om te zoeken naar alle cellen in een tabel waaraan dezelfde regels voor voorwaardelijke opmaak zijn toegekend als aan een bepaalde cel, selecteert u de cel en klikt u op 'Selecteer alles'.

Als u meer dan één regel voor een cel definieert en de waarde in de cel aan de voorwaarden van meerdere regels voldoet, gebeurt het volgende:

  • De tekstkleur die wordt toegekend is de tekstkleur die is gekoppeld aan de bovenste regel waarvoor een tekstkleur is opgegeven.

  • De lettertypestijl die wordt toegekend is de lettertypestijl die is gekoppeld aan de bovenste regel waarvoor een lettertypestijl is opgegeven.

  • De vulkleur die wordt toegekend is de vulkleur die is gekoppeld aan de bovenste regel waarvoor een vulkleur is opgegeven.

Als u tekst toevoegt aan een cel met voorwaardelijke opmaak en de kleur van de nieuwe tekst wijzigt, wordt de bestaande tekst nog steeds weergegeven met de kleur uit de regel.

Tip: Om regels voor voorwaardelijke opmaak toe te passen op cellen in een andere tabel, selecteert u de cel met de regels die u wilt hergebruiken en kiest u 'Wijzig' > 'Kopieer'. Vervolgens selecteert u een of meer cellen in een andere tabel en kiest u 'Wijzig' > 'Plak'.