Tekst opmaken met stijlen

Het werken met stijlen is essentieel voor het opmaken van tekst. Stel dat u de tekengrootte wilt wijzigen van alle hoofdstuktitels in een boek. Als u eerder een stijl 'Hoofdstuktitel' hebt aangemaakt en toegepast, kunt u de opmaak van alle hoofdstuktitels in het boek in één keer wijzigen door de stijl aan te passen. U hoeft dan niet de tekengrootte van elke hoofdstuktitel afzonderlijk te veranderen.

iBooks Author maakt ook gebruik van stijlen om de inhoudsopgave te genereren.

Elke sjabloon bevat ingebouwde stijlen. Deze kunt u volledig aan uw wensen aanpassen. (Alle plaatsaanduidingstekst is gekoppeld aan een stijl.) U kunt ook zelf stijlen aanmaken. Alle stijlen worden weergegeven in de lijst met stijlen:

Knop voor de lijst met stijlen in de opmaakbalk

Er zijn drie verschillende typen stijlen:

  • Alineastijlen kunnen alleen worden toegepast op complete alinea's (stukken tekst die worden afgesloten met een harde return), niet op afzonderlijke woorden binnen alinea's.

    De volgende alinea (dus de alinea nadat u op Return hebt gedrukt) krijgt standaard de stijl van de vorige alinea, maar deze instelling kunt u aanpassen. U kunt bijvoorbeeld instellen dat de alinea na een hoofdstuktitel wordt opgemaakt als een subtitel. Dit doet u door in het infovenster 'Tekst' op 'Meer' te klikken en een optie te kiezen uit het venstermenu 'Volgende alineastijl'.

  • Tekenstijlen kunnen worden toegepast op afzonderlijke tekens of groepen tekens, of op afzonderlijke woorden binnen alinea's. De stijl van de alinea als geheel blijft hierbij ongewijzigd.

  • Lijststijlen zijn bedoeld om op eenvoudige wijze lijsten en overzichten aan te maken.

Een stijl toepassen op tekst

  1. Selecteer de tekst waarop u een stijl wilt toepassen.

    Tip: Als u een stijl wilt toepassen op een complete alinea, hoeft u de alinea niet eerst te selecteren. U kunt het invoegpunt eenvoudigweg ergens in de alinea plaatsen.

  2. Klik in de lijst met stijlen op de stijl die u op de geselecteerde tekst wilt toepassen.

    Als de lijst met stijlen niet wordt weergegeven, klikt u op de knop 'Stijlen' () in de opmaakbalk of kiest u 'Weergave' > 'Toon stijlen'.

U kunt ook een stijl toepassen op een selectie door een stijl te kiezen uit een van de venstermenu's (zie hieronder) in de opmaakbalk:

Venstermenu's 'Alineastijl' en 'Tekenstijl' in de opmaakbalk

Een bestaande stijl wijzigen

  1. Selecteer tekst waarop de stijl is toegepast die u wilt wijzigen.

  2. Maak de tekst op zoals de gewijzigde stijl eruit moet zien.

  3. Klik in de lijst met stijlen op de rode pijl naast de naam van de stijl en kies 'Herdefinieer stijl volgens selectie' uit het venstermenu.

    Als de lijst met stijlen niet wordt weergegeven, klikt u op de knop 'Stijlen' () in de opmaakbalk of kiest u 'Weergave' > 'Toon stijlen'.

De gewijzigde stijl wordt overal toegepast waar de stijl met die naam is toegepast in het boek.

Een nieuwe stijl aanmaken

  1. Maak de tekst op zoals de nieuwe stijl eruit moet zien en selecteer de tekst.

  2. Kies een optie uit het venstermenu 'Voeg stijl toe' onder aan de lijst met stijlen.

    Als de lijst met stijlen niet wordt weergegeven, klikt u op de knop 'Stijlen' () in de opmaakbalk of kiest u 'Weergave' > 'Toon stijlen'.

  3. Geef een naam voor de nieuwe stijl op.

  4. Als u de stijl niet op de geselecteerde tekst wilt toepassen, schakelt u het aankruisvak 'Pas deze nieuwe stijl toe bij aanmaak' uit.

Tip: Om een toetscombinatie aan te maken voor de nieuwe stijl, klikt u op de pijl naast de naam van de stijl (in de lijst met stijlen) en kiest u 'Toetscombinatie' > optie uit het venstermenu. U kunt nu tekst selecteren en op een functietoets drukken om de stijl toe te passen. Om de stijl toe te passen en opheffingen voor de geselecteerde tekst te verwijderen, houdt u de Option-toets ingedrukt terwijl u op de functietoets drukt.

Een stijl een andere naam geven of verwijderen

  1. Als de lijst met stijlen niet wordt weergegeven, klikt u op de knop 'Stijlen' () in de opmaakbalk of kiest u 'Weergave' > 'Toon stijlen'.

  2. Klik in de lijst met stijlen op de pijl naast de stijl die u een andere naam wilt geven of wilt verwijderen en ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Kies 'Wijzig stijlnaam', typ een nieuwe naam en druk op Return.

    • Kies 'Verwijder stijl' en kies een andere stijl als de stijl wordt gebruikt in het huidige document.

Een alinea- of tekenstijl kopiëren en toepassen op andere tekst

  1. Plaats het invoegpunt in een alinea of woord waarvan u de stijl wilt kopiëren.

  2. Kies 'Opmaak' > 'Kopieer optiestijl'.

  3. Selecteer de tekst die u wilt wijzigen (of zet het invoegpunt in een alinea of woord) en kies 'Opmaak' > 'Plak optiestijl'.

Stijlopheffingen verwijderen

Wanneer u een tekstkenmerk wijzigt zonder een stijl toe te passen, is er sprake van een stijlopheffing. Als u bijvoorbeeld een alinea selecteert waarop de stijl 'Hoofdtekst' is toegepast en u 'Opmaak' > 'Lettertype' > 'Vet' kiest, geldt er nu een opheffing voor de stijl van die alinea. Als u tekst selecteert waarop een stijlopheffing is toegepast, is de pijl naast de naam van de stijl (in de lijst met stijlen) rood. U kunt de stijlopheffing handhaven of verwijderen. (U kunt de opheffing ook verwerken in een nieuwe of bestaande stijl, zoals hierboven beschreven.)

  1. Selecteer de tekst die u wilt wijzigen.

  2. Klik in de lijst met stijlen op de pijl rechts van de geselecteerde stijl en kies 'Herstel gedefinieerde stijl'.

    Als de lijst met stijlen niet wordt weergegeven, klikt u op de knop 'Stijlen' () in de opmaakbalk of kiest u 'Weergave' > 'Toon stijlen'.

    Rode pijl in de lijst met stijlen als aanduiding van een stijlopheffing

Om een toegepaste stijl overal te wijzigen in een andere stijl, raadpleegt u de instructies voor het zoeken en vervangen van tekst.